Als een dier in een kooi
In de wachtruimte vlak voor de zittingszaal tref ik de advocaat van één van Nederlands gevaarlijkste tbs-ers. Ernst H. De raadsman schudt me de hand en maakt een praatje over de zitting die perfect voorbereid gaat komen. Zijn cliënt was ooit kind soldaat in Liberia. Hij is nu 30 jaar jong. Vernield. Verknipt. Doodsbang. 24 uur per dag. Men noemt hem ‘de kooiman’.
Humaan
Ernst is nog minderjarig wanneer hij door de Verenigde Naties vanwege humanitaire gronden naar Nederland wordt gehaald. Je kunt het kind wel uit de oorlog halen maar de oorlog nooit uit het kind blijkt op Ernst zeer van toepassing. Anno 2013 is de kooiman nog steeds een dilemma voor justitie. Wat ze met het lot van deze levensgevaarlijke man aan moet blijft na het incident van 5 april jl. een moeilijk vraagstuk. Ernst is een getraumatiseerde, ernstig schizofrene man met chronische psychoses en afschuwelijke dromen in de nacht. Al meer dan 13 jaar. Dit uit zich in onvoorspelbare agressie. Naar hulpverleners, begeleiders, de dominee.
De kooi
Ernst viel in het begin onder de GGZ in het zuiden van Nederland waar ze na het zoveelste incident een stalen kooi voor hem bouwden. Naast zijn kamer. Zo kon hij toch wat luchten. Helemaal alleen. Jarenlang. Hij was alleen op die manier veilig voor anderen. Nadat hij een begeleider een vuistslag had verkocht, de pastoor uit het niets had geslagen en een medewerker een klap had gegeven werd voor Ernst TBS met dwangverpleging opgelegd. Hij werd naar de Van Mesdagkliniek gebracht. Maximale staat van beveiliging ter bescherming van anderen.
Territorium
Zijn advocaat zegt vlak voor de zitting tegen mij: “Ik heb hem vaak gesproken in de Van Gogh Kliniek in Venray maar nooit in die kooi. Daar begon ik al helemaal niet aan. Ik wilde hem spreken in een gewone, normale kamer. Niet in zijn kooi want dan kom je, net als een dier, in zijn territorium. Die druk kan hij niet aan. Je kunt hem ook geen hand geven. Hij hoort in een GGZ-instelling thuis. In een speciaal beveiligde ‘Long- Care’ afdeling. Je moet hem niet dwingen, dan wordt hij onhandelbaar en krijg je wat er gebeurd is. Als hij loopt om te zeuren moet je hem even laten.”
Hoger beroep
Tweemaal een mishandeling en een poging zware mishandeling doen de rechtbank in 2008 TBS met dwangverpleging uitspreken in plaats van opname in een kliniek. Gezien zijn geestesgesteldheid en gevaar voor herhaling besluit het Gerechtshof in Leeuwarden in 2012 dat Ernst voorlopig wél in de van Mesdag blijft maar zijn TBS-status verdwijnt. Dit in aanloop en als voorbereiding op een eventuele uitstroom naar de GGZ. Een bijzondere maatregel voor een uiterst gevaarlijke man.
Het ging weer mis
Toch staat Ernst weer terecht en wel voor de aanval op een van de medewerkers in de Van Mesdagkliniek. Op 5 april jl. schiet het in de ochtend niet op met Ernst. Hij gaat voor elektroshock therapie naar Emmen en moet worden vervoerd. Ernst draalt en dan halen beveiligers hem. Ernst, psychotisch, voortdurende angsten en in de ochtend, zo zegt zijn advocaat, ‘niet op zijn best’, slaat een vrouwelijke medewerker met een vuist en steekt haar in haar hoofd met een balpen. De vulling blijft steken, ze moet worden gehecht. De ader in haar hoofd moet worden dicht gebrand om haar leven te redden.
Levensgroot gevaar voor herhaling
Hoe humaan of inhumaan ook, de maatschappij dient te worden beschermd tegen mensen als Ernst H. En dat kan volgens zijn advocaat echt wel in een beveiligde GGZ instelling. Hij heeft nu ook de shocktherapie en reageert daardoor beter op medewerkers van de van Mesdagkliniek. Hij pleit voor ‘poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel’ en spreek niet van een ‘poging doodslag’. Daar denkt de officier van justitie anders over. Ernst H. verklaarde immers bij de politie dat er iemand dood moest, anders zouden ze hem doodmaken. De officier eist voor de poging doodslag en (quote) “levensgrote kans op herhaling” opnieuw TBS met dwangverpleging.
Wat is het beste
De behandeling van dit type gevaarlijke man zou beter kunnen zijn in een GGZ instelling in een beveiligde kliniek, maar de beveiliging is in een TBS kliniek veel beter dan de behandeling van psychoses. Daar zit ‘m de knoop. Waar moet Ernst naartoe. Waar past hij nog. Welk systeem is voor deze man nog te begrijpen en waar leert hij nog iets van mensen die goed voor hem willen zijn.
De kooiman
In de zittingszaal zijn speciaal opgeleide en bewapende mensen aanwezig in burger en wordt Ernst H. begeleid door vier stevige politiemensen. Hij loopt moeizaam naar zijn aangewezen plaats. Ik neem plaats naast mijn collega’s Chris Klomp en Rob Zijlstra, een boom van een kerel. Aan zijn rechterkant. Zo ver mogelijk bij Ernst H. vandaan. Ik ben niet bang maar op mijn hoede. Mijn laptop klap ik uit en berg uit veiligheidsoverwegingen mijn balpen op bij mijn setje papieren waar ik korte krabbels op schrijf. Lijkt me beter.
Geen respect meer voor het leven van anderen
Ik hoor hem aan en af en toe kijk ik naar de man waarbij ik me afvraag wat er toch in zijn hoofd gebeurt. Waarom hij is zoals hij is. Wat hij heeft moeten doen als kind. Wat hij gezien heeft. Gedaan heeft. Als kind getraind om te doden. Geen respect meer voor het leven van anderen. Hij weet niet beter. En toch. Iets in mij zegt mij dat het ergens zo fout is gegaan met hem. Dat hij diep in zijn hart wel weet dat het fout is, en dat hij van die gedachten volledig doordraaide. Kind soldaten. Zoekt u het maar op. Krijg er maar eens beeld bij. De meest afschuwelijke scenario’s durf ik niet eens te beschrijven. Ernst H. maakte ze waarschijnlijk mee.
De mens of het dier
Het zijn van die dagen dat je blij bent dat je nooit een beslissing hoeft te nemen over het leven van een ander. Of de straf moet uitspreken. De veiligheid moet garanderen. En op het moment dat je denkt dat het toch niet zo kan zijn dat niemand meer iets kan aanvangen met deze staatsgevaarlijke man, lacht hij ineens hardop, mompelt wat in zichzelf en zegt: “Ik ben Ernst en ik kom van Saturnus. Ik ben hier met een missie. Ik ben een buitenaards wezen.”
Een veilige plek
Je zegt het niet hardop. Je doet het niet. Maar ik denk dat ik wel weet waar Ernst echt veilig is. Voor zichzelf. Voor anderen. Voor de hele maatschappij. Voor medewerkers van de tbs- kliniek waar 24 uur per dag vier mensen voor hem aanwezig zijn om hem naar het toilet te begeleiden, voor psychiaters en pastoors. Ik denk dat ik het wel weet. En dat is niet in een kooi, niet in een GGZ-instelling en niet in een gevangenis. Niet in een Van Mesdagkliniek. Dat is heel ergens anders.
Ik zeg het niet. Ik doe het niet.
Het leek de rechter beter dat Ernst H. tijdens de uitspraak over twee weken gewoon in de Van Mesdag blijft. Hij zal niet aanwezig zijn.
Foto’s: Siebrand Wiegman